10 vragen interview

Miriam Wolthuis Scheeres Letterplein Amsterdam

Kun jij een introductie geven wie jij bent?

Ik ben juf Mir en ik ben een Amsterdamse moeder van 3 heel erg volwassen kinderen. En de vrouw van een leuke man, en de baas van 4 leuke katten en 2 leuke honden. En de juf van een heleboel leerlingen/studenten* , ik weet echt niet meer hoeveel. Sinds 1988 ben ik juf, dus reken maar uit hoeveel jaren al……. *Leerlingen zeg ik eigenlijk nooit meer. Van een student verwacht je een zelfstandige en actieve leerhouding. En dat is wat ik wil!

Ooit was ik juf Nederlands en Engels op cluster 2, 3 en 4 scholen en toen schreef ik vellen vol extra lesjes, omdat veel kinderen moeite hadden om de schoolboeken te begrijpen. Met die schrijverij bleef ik maar bezig en bezig en bezig en ineens waren het echte boeken geworden: “de Hoogvliegers” omdat je er echt mee omhoog komt. Hiermee kun je leren schrijven en lezen en rekenen, ook als je daar altijd al moeite mee gehad hebt. Daarna bedacht ik nog wat: een schooltje waar je met “de Hoogvliegers” kon werken: Letterplein. Alleen werd dat geen schooltje, maar een zorginstelling waar je kunt leren zelfstandig te worden. Geen zorginstelling waar je verzorgd wordt, dus. Je leert hier zelf voor jezelf te zorgen.

*  cluster 2: doven, slechthorenden, spraak/taalbemoeilijkten en studenten met autisme; cluster 3: Zeer Moeilijk Lerende Kinderen en Langdurig Zieke Kinderen; cluster 4: Kinderen met gedragsproblemen.

Waarom ben jij gestart met het Letterplein? Sommige kinderen komen niet helemaal tot hun recht in het onderwijs. Ik wilde iets specialer dan een speciale school. Eén op één en specifiek op de eigenheid van dat ene kind gericht. Maar ook serieus: iets moeten moet je ook leren. Doelen nastreven. Een kind is geen kant-en-klaar product, maar nog in de maak. De één doet dat snel, de ander langzaam, de volgende heel apart op een heel eigen maniertje. Maar: “in de maak”. Geef hem/haar dan ook de kans om er wat van te maken, zaken te bestuderen. Geef leerwerk op maat, op de manier die precies past bij het kind. En altijd huiswerk, want huiswerk doen is bezig zijn met je toekomst: van leren uien snijden tot agenda bijhouden tot woordjes leren, huiswerk moet altijd. Serieus op elk niveau.

Op het Letterplein kan ik inderdaad zo eigenwijs zijn. En hoopvol, samen met de student en de ouders. En maken dat dat ‘moeten’ wel leuk blijft.

Hoe belangrijk is het vergroten van de zelfstandigheid bij kinderen met een ondersteuningsbehoefte?

Heel, heel belangrijk, denk ik. Ik denk dat mensen er gelukkiger van worden als zij zelfstandig(er) zijn. Meer hun eigen kleur aan hun bestaan kunnen geven. Meer hun eigen wensen in kunnen vullen. Meer van zichzelf en anderen begrijpen. Meer zelfrespect, meer eigenheid: worden wie je bent. Blijven ontwikkelen, elke dag een beetje meer. Hoe meer je kan, hoe interessanter je bestaan is.

Welke ondersteuning bied jij scholen en ouders als het gaat om de “Hoogvliegers”? Iedereen kan de werkboeken en de materialen en de agenda van leermethode “De Hoogvliegers” kopen en er mee aan de slag gaan. Daar hoef je zelf helemaal geen leerkracht voor te zijn. Er zit een duidelijke handleiding bij en als je niet weet waar je mee moet beginnen, of als je ergens mee zit, kun je mij bellen of mailen, dan help ik.

Wat ook kan, is dat ouders en/of begeleiders/leerkrachten een aantal sessies hier op het kantoor beleven. Dan vertel ik alles over de opbouw van “de Hoogvliegers”, en hoe dat bij dit ene kind past. Natuurlijk observeer ik dan eerst het kind, zodat ik specifieke tips kan geven. Daarna maken we gezamenlijk een begin in de werkboeken.

 Wat ook kan, is dat ouders hun kind wekelijks naar het Letterplein laten komen. Dan overleggen we wat er allemaal aan bod zal komen, hoe en in welke mate:  zelfstandigheid bij wonen, werken, gezondheid, reizen en vrije tijd, geletterdheid en gecijferdheid. Dan doe ik de begeleiding zelf, voor (meestal) 2 uren aan één stuk en geef voor de hele week,  voor elke dag een half uurtje huiswerk mee, precies op maat van het kind. Dat heet “zelfstandigheidsbevordering” of “training eigen regie”, en daar kan een PGB voor ingezet worden.

Hoe ervaar jij de ondersteuning/samenwerking vanuit de zorg en het onderwijs voor kinderen met ASS? Op het Letterplein zijn de begeleidingen altijd één op één, dus hier kunnen we heel precies inzoomen op het kind en op wat er in de klas/in de groep op het programma staat.  Letterplein werkt in het verlengde van speciale en reguliere scholen en instituten. We zijn niet elkaars concurrenten, we versterken elkaar.

Wat doet de Commissie van Advies bij het Letterplein?

De Commissie van Advies, dat is mijn klankbord. “The Special Forces”, want daar zitten, vind ik, bijzondere mensen in, die op de één of andere manier ervaringsdeskundig zijn. Ik spreek deze mensen vaak, dus ik kan makkelijk even wat voorleggen en zij geven dan hun visie vanuit hun eigen hart en expertise.  Overleg is belangrijk: “Wat denk jij daarvan?” is een heel goede vraag. De mensen in de CvA zijn heel verschillend, dus ik hoor dan vaak iets wat mij verrast, iets wat ik nog niet bedacht of gehoord had.

Wat vind jij het leukste aan ASS en wat heeft het jou gebracht?

Mensen met ASS (en ook alle andere mensenkinderen met hun bijzonderheden) laten mij dagelijks zien dat er wél hoop is. Er kan wél wat veranderen, verbeteren. De kinderen (studenten!) hebben zin in leren, in ontwikkelen. Dat gaat niet vanzelf, maar dat gaat wél. Het is een supergoed gevoel om te zien dat dàt waar je op hoopt, ook bewaarheid kan worden. Het doel is belangrijk, maar de weg naar dat doel toe is bezaaid met kleine deel-doeltjes. Die haal je dan, deel-doel na deel-doel. Prachtig, zo een weg! Wat er ook aan de hand is, gewoon aan het werk gaan, dat hebben mijn studenten mij geleerd. Ja, daar word ik wel vrolijk van!

Logische vervolgvraag: en het lastigste?

Johan Cruyff schijnt ooit gezegd te hebben: “Je ziet het pas als je het door hebt.” Dat is waar. Een heldere blik krijgen en hebben en houden kan best lastig zijn te midden van vaak niet zo rooskleurige verslagen en rapportages. Dan is het fijn dat ik hulp krijg van een bevlogen team: de ouders zelf. Waar word jij blij van en krijg je energie van? Van honderdduizendmiljoen dingen:

Van die student die niet kan/wil praten, maar ineens iets in het oor van Meneer De Beer* fluistert. * De grote hond die bekend staat om zijn luisterend oor. Zie Commissie van Advies op de website. Van die student die echt niets lust, maar wel zelfgemaakte soep eet. Van die student die ineens wel gedag zegt. Van die student die mij opbelt op maandagmorgen, om te klagen dat de Maandagse Mail (de wekelijkse lesbrief) deze week wel erg laat is, zeg, schiet eens op juf.

Van die student die ineens ziet dat tellen “steeds hetzelfde maar dan meer” is. Van die student die vraagt: “Als ik met de metro kan, kan ik dan ook met de tram? De bus? De boot naar Texel?” Enzovoort. Daar moet ik erg om lachen.

Als afsluiter: wat is jouw tip aan ons, de moeders/verzorgsters met een kind met autisme?

Als moeder ben je deskundig waar het jouw kind betreft. Verzamel andere deskundigen om je heen. Want “It takes a village to raise a child”, dus zorg voor je eigen Commissie van Advies, je eigen klankbordgroep voor overleg en slimme ideetjes en een blik die altijd helder en blij blijft.